Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [24]Zou het land hierover niet beroerd worden, en al wie daarin woont treuren? Ja, [25]het zal geheel oprijzen als een [26]rivier, en het zal heen en weder [27]gedreven en verdronken worden, als [door] de [28]rivier van Egypte. 24. Alsof God zeide: En zouden zulke zonden niet genoeg zijn om het ganse land met plagen te vernielen en te doen overzwemmen, gelijk de rivier de Nijl Egypteland jaarlijks overloopt? Immers ja. Verg. hfdst.9 vs.5. Versta door het land de inwoners, gelijk volgt. 25. Land. Anders: en zou het [niet] geheel, enz., en alzo het volgende vragendewijze. 26. Die opzwelt en overloopt. Of, als de rivier, namelijk de Nijl, gelijk in het volgende. 27. Gelijk de baren van een holle zee. Anders: weggeraapt worden. 28. Zie Ezech.29:3.